Kerkelijke excuses voor lhbt+-ers
Verschillende buitenlandse kerken zeiden de afgelopen jaren sorry tegen lhbt+’ers. De meeste kerken in Nederland deden dit niet zo expliciet. Hoe komt dat? ‘Kerken hebben hier een belangrijke rol bij de emancipatie gespeeld.’
Discriminatie en buitensluiting. Daar bood de Duitse Evangelische Kirche in 2021 haar verontschuldigingen voor aan richting lhbt+’ers. ‘We zijn de fout in gegaan’, zei die kerk, ‘en we vragen om vergeving.’ Volgens de verklaring was een van deze fouten de houding van kerkleiders. Zij eisten van lhbt+’ers een celibatair leven, onthouding of een zwijggebod. Daarbij mochten mensen niet spreken over hun homoseksualiteit.
Vorige week werd in Nederland de Regenboogverklaring gepubliceerd, waarmee christenen sorry zeiden tegen lhbt+’ers. Die verklaring ging echter niet uit van een kerk, maar was een initiatief van een zevental christenen. Inmiddels is de verklaring zo’n 1500 keer ondertekend. Het lijkt er echter niet op dat Nederlandse kerken het voorbeeld van de verklaring gaan volgen, terwijl een heel aantal buitenlandse kerken wel excuses maakte aan lhbt+’ers.
De Duitse kerk is namelijk niet de enige nationale Europese kerk die sorry zei tegen lhbt+’ers. Zo bood de bisschop van de Evangelisch-Lutherse Kerk van IJsland, Agnes Sigurðardóttir, in 2019 haar excuses namens de kerk aan tijdens een televisie-interview. Haar voorganger, Karl Sigurbjörnsson, maakte zich sterk om te voorkomen dat stellen van hetzelfde geslacht konden trouwen in de kerk. Daarbij zei hij in een interview dat het huwelijk tussen man en vrouw niet zomaar op de puinhoop gegooid moest worden.
Sigurðardóttir bood daarvoor haar excuses aan, nadat ze gevraagd was of homoseksuelen het recht hadden op een verontschuldiging van de kerk voor de houding van haar voorganger. ‘Ik kan me zeker verontschuldigen voor de manier waarop de kerk gehandeld heeft, en mensen pijn en moeite heeft toegebracht’, zei ze daarop.
In een meer officiële setting wil de Lutherse Kerk van Noorwegen excuses aanbieden tijdens een speciaal daarvoor georganiseerde liturgische bijeenkomst. In februari 2022 erkende de landelijke kerkvergadering de pijn van lhbt+’ers in het verleden. In mei vorig jaar zei de kerk, na onderzoek, dat ze veel ‘diepe wonden, pijn en schaamte heeft veroorzaakt’, waarvoor excuses op zijn plaats zijn. De bijeenkomst heeft, voor zover bekend, nog niet plaatsgevonden.
De Rooms-Katholieke Kerk heeft op wereldniveau nooit officieel excuses aan de lhbt+-gemeenschap aangeboden. Wel heeft paus Fransiscus in 2016 gezegd dat de kerk vergeving zou moeten vragen aan homoseksuelen, voor de manier waarop de kerk hen behandeld heeft in het verleden.
Hij bood geen officiële excuses aan, maar zei wel dat de kerk dat zou moeten doen. Geen enkele paus voor Fransiscus heeft iets vergelijkbaars gezegd, waardoor dit een belangrijke stap van de kerk richting de lhbt+-gemeenschap was. Enkele individuele bisschoppen hebben wel excuses aangeboden.
De Anglicaanse Kerk is verdeeld over het homostandpunt. Maar begin 2023 boden verschillende bisschoppen, waaronder de aartsbisschop van Canterbury, van de Church of England in een open brief hun excuses aan aan lhbt+’ers voor de afwijzing en de vijandigheid waarmee ze te maken hebben gehad. Sinds 17 december 2023 kunnen homo- en lesbische paren een kerkelijke zegen ontvangen in de Anglicaanse Kerk van Engeland.
In Nederland zijn expliciete excuses van kerken vrij zeldzaam, maar ze zijn er wel. Zo stelden Gereformeerde Kerken in Nederland (nu PKN) in 1979 al een schuldbelijdenis op. En in 2022 verklaarde het Leger des Heils officieel dat ze als standpunt heeft dat homoseksualiteit geen zonde is, en vroeg om vergeving ‘aan hen die pijn is aangedaan’.
Dat er vrijwel geen officiële excuusmomenten zijn, betekent niet dat Nederlandse kerken zomaar aan het onderwerp voorbijgaan. Vaak was er wel discussie rondom het thema, en groeide de acceptatie van homoseksuelen. In 1995 sprak de Nederlands Hervormde Kerk bijvoorbeeld, na verschillende rapporten rondom het thema, tijdens een synode uit dat homoseksuele gemeenteleden volledig moesten worden aanvaard.
In een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 2010 (‘De aard, de daad en het Woord’) beschrijft socioloog David Bos de verschillende stadia waar veel Nederlandse kerken doorheen gaan. Dat gaat van erkenning dat homoseksuelen in de eigen gemeenschap voorkomen, tot officiële toelating tot de ambten en het openstellen van de sacramenten.
Niet elke Nederlandse kerk heeft alle fasen doorlopen. Kijk bijvoorbeeld naar de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK), waar een commissie adviseert dat homo’s die in een ‘relatie van liefde en trouw’ leven een ambt kunnen bekleden en aan het avondmaal mogen. Die adviescommissie doet echter geen uitspraken over het zegenen van homorelaties.
En in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) kunnen homo’s die samenleven officieel nog geen ambt bekleden.
Erkenning van de pijn die lhbt+’ers in het verleden hebben ervaren door het tekortschieten van de kerk, een van de fasen die Bos noemt, is kerkbreed te vinden. De socioloog wijst bijvoorbeeld op een serie artikelen uit 2007-2008 in het blad van de Gereformeerde Gemeenten, de Saambinder. Daarin pleit dominee IJp van Aalst voor een goede behandeling van homoseksuelen. Van Aalst schrijft daarin: ‘Ouderen zullen jongeren er duidelijk op moeten wijzen dat de zogenoemde homograppen echt niet kunnen. (…) Zoiets mag in de christelijke gemeente nooit geschieden! Daar moet plaats zijn voor ieder mens met zijn gaven en met zijn onvolkomenheden en zondige levensgeschiedenis, dus ook voor de homofiel.’ Ondanks dat Van Aalst ‘de homoseksuele levensstijl’ duidelijk typeert als zonde, erkent hij de pijn die homo’s kunnen ervaren in de kerk.
Zelf vindt Bos ‘standaardexcuses voor het hele regenboogspectrum’ in de hele geschiedenis ‘tamelijk onzinnig’, zegt hij. ‘Zeker omdat de laatste decennia, vanaf de jaren zestig, niet alleen maar in het teken van onderdrukking en ontkenning staan.’
Kerken hebben volgens hem namelijk een belangrijke rol gespeeld in de emancipatie van homo’s. ‘Juist toen er in de maatschappij nog een soort algemene verachting van homo’s was, namen veel individuele voorgangers duidelijk stelling en staken hun nek uit voor homoseksuelen. Je moet met excuses niet de indruk wekken dat kerken altijd achter hebben gelopen, want dat is gewoon niet waar.’
Als er excuses komen, moeten die volgens Bos specifiek zijn, zowel als het gaat om de periode waarin onrecht is aangedaan, als welk onrecht is aangedaan en aan wie. ‘Hoe de kerk met homo’s omging, was anders dan met lesbo’s, en weer anders als het gaat om transgenders of intersekse mensen. Het verschilt ook sterk over welke periode in de geschiedenis je het hebt. Homovervolgingen in de vroege achttiende eeuw hebben een heel andere kleur dan afwijzingen voor een ambtspositie op basis van seksuele voorkeur.’ < In Duitsland, Engeland, Noorwegen en IJsland zeiden kerken sorry tegen homo’s.Waarom gebeurt dat in Nederland niet? ‘Standaardexcuses zijn tamelijk onzinnig.’
Bron: ND